Opening
Het begint er aardig op te lijken dat de laatste Mohikaan
Nu toch wel werkelijk uitgestorven is
Daar hoor je de laatste tijd tenminste weinig meer van
En dat is zonde
Of tenminste, ligt u er wakker van
Ziet u de laatste tijd nog wel eens
Een kamerlinde
Of een vlooientheater
Of een water- en vuurvrouw of een weeskind of een bloedspuging
Of een rietdekker of een negerzoen of pruimtabak of blinde staar
Waar zie je nog een pindaman, een vondeling, een kommenijswinkel
Een halleve cent, het bikkelspel, een kwispedoor
En dan mensen die je nooit meer ziet
Faroek of Foster-Dulles, Koningin Emma en Sonja Oosterman
Paul Keyser, Michiel Adriaanszoon de Ruyter, Greta Garbo, Minister Beel
En mensen die nooit iemand heeft gezien
Anna Bijns, Zuster Bertken, Eduard Jacobs, Jezus van Nazareth
Meneer Parker van de vulpennen, Hans Dorrestijn, Henri Dunant
De vader van heer Bommel, de onbekende soldaat
En dan, dames en heren, mensen zoals je ze nooit meer ziet
Florence Nightingale, Albert Schweitzer, de kerstman, Dorus Rijkers,
Drakula
Mensen die je voor je ziet
Je moeder, juffr.Van Dalsum van de kleuterschool, je moeder, je moeder
onder de douche, je verdronken vriendje, George Groot, Anke Groot,
Jacques Kloters, Pieter van Empelen, Fred Florusse, Je moeder
Mensen die ons niet meer zien: Jules de Corte en Jose Feliciano
Wat triest he, dat uw kindskinderen geen idee
Zullen hebben wat een hooikist was
Of een hondekar
Een haveloos ventje
Een hanglip
Of houten kleppers
Weet u dat uw kindskinderen er geen weet van zullen hebben
Wie Naatje van de Dam of wat een knijpkat
Of wat Radio-Oranje of wat het Vatikaan was
Abertura
Começa a parecer bom que o último Mohikaan
Agora que está realmente extinto
Pelo menos você não ouviu muito ultimamente
E isso é uma pena
Ou pelo menos, você acorda
Vejo você ultimamente
Um quarto de limão
Ou um teatro de pulgas
Ou uma mulher de água e fogo ou um órfão ou um exame de sangue
Ou um sapé ou um beijo preto, mascar tabaco ou catarata cega
Onde você vê um amendoim, uma fundição, uma sorveteria
Um centavo, o jogo de trompetista, uma escarradeira
E então pessoas que você nunca mais vê
Faroek ou Foster-Dulles, Rainha Emma e Sonja Oosterman
Paul Keyser, Michiel Adriaanszoon de Ruyter, Greta Garbo, Ministro Beel
E pessoas que nunca viram ninguém
Anna Bijns, irmã Bertken, Eduard Jacobs, Jesus de Nazaré
Sr. Parker das canetas, Hans Dorrestijn, Henri Dunant
O pai do senhor Bommel, o soldado desconhecido
E então, senhoras e senhores, pessoas como você nunca mais as verão
Florence Nightingale, Albert Schweitzer, Papai Noel, Dorus Rijkers,
Drakula
Pessoas que você vê na sua frente
Sua mãe, Miss Van Dalsum, do jardim de infância, sua mãe, sua mãe
no chuveiro, seu namorado afogado, George Groot, Anke Groot,
Jacques Kloters, Pieter van Empelen, Fred Florusse, Sua mãe
Pessoas que não nos vêem mais: Jules de Corte e Jose Feliciano
Como ele está triste, que os filhos de seus filhos não têm idéia
Terá o que era uma caixa de feno
Ou um carrinho de cachorro
Um garoto esfarrapado
Um lábio pendurado
Ou badalo de madeira
Você sabia que os filhos de seus filhos não saberão sobre isso
Quem Naatje van de Dam ou que gato apertado
Ou o que a Radio Orange ou o que era o Vaticano